De wetenschap is een verhaal over hoe de wereld in elkaar zit. Het zijn eigenlijk twee verhalen: een verhaal over hoe je het vak van wetenschapper moet uitoefenen en een over wat de wetenschap allemaal geproduceerd heeft. Mensen proberen orde in de chaos te brengen door middel van de wetenschap. De wetenschap probeert verschijnselen in de wereld te vangen in de vorm van wetenschappelijke wetten. En die wetten vormen samen theorieën. Theorieën beschrijven mechanismen die de werkelijkheid aandrijven. Die beschrijvingen zijn vaak in de vorm van wiskundige formalismen. Met name de natuurkunde is een sterk wiskundige wetenschap, die als een model wordt beschouwd voor wat wetenschap in feite inhoudt. De beschrijvingen moeten een basis verschaffen om zo nauwkeurig mogelijke voorspellingen op te bouwen.
De wetenschap beschouwt de wereld in termen van oorzaken en gevolgen. Ieder gevolg heeft een aantal oorzaken en iedere oorzaak leidt tot een of meer gevolgen. Zij vraagt dan ook: wat is de oorzaak van wilsbeschikkingen? Is er iets in de hersenen dat voor jouw keuzes verantwoordelijk is? Is er iets dat jou doet reageren op verschijnselen buiten jezelf? Hier spreekt het naturalistische black box model, dat ervan uitgaan dat alle verschijnselen manifestaties zijn van natuurwetten en dat er niets is dat daarbuiten valt. Maar dat model is geen product van de wetenschap, maar veeleer een uitgangspunt daarvan. Het beschrijft de wereld als een collectie ‘zwarte dozen’ waarin mogelijk heel complexe processen plaatsvinden. Het enige wat we kennen is wat er in gaat en wat er uit komt. Het is aan ons om het verband daartussen te beschrijven en het enige gereedschap dat we daarvoor hebben is de natuurwetenschap. Dat is niet omdat we dat proefondervindelijk hebben bepaald, maar omdat we bij voorbaat aannemen dat die ons verder brengt.
Natuurkundigen hopen ooit een theorie van alles te bedenken. Tot nu toe zijn er twee theorieën die samen de werkelijkheid omvatten. De algemene relativiteitstheorie van Einstein beschrijft de werkelijkheid op de schaal van sterren en planeten. En de kwantummechanica van Heisenberg, Schrödinger en Bohr beschrijft de werkelijkheid op de schaal van atomen en kleiner. De relativiteitstheorie houdt zich globaal bezig met massa’s en energieën. De kwantummechanica met deeltjes en golven. Samen omvatten die twee theorieën alles wat er is, maar ze zijn niet met elkaar te verenigen. Er zijn vier fundamentele natuurkrachten: de zwaartekracht, de elektromagnetische kracht, de sterke en de zwakke wisselwerking. De relativiteitstheorie houdt zich bezig met de zwaartekracht. De kwantummechanica met de andere krachten.
De verborgen mechanismen de werkelijkheid aandrijven zullen wel altijd verborgen blijven. Wetenschap is geen zoeken naar een waarheid, maar een poging om alles wat we meemaken in ons denkkader in te passen. We weten niet wat we nog kunnen en moeten bedenken om de werkelijkheid een plaats te geven en de enige manier om daar achter te komen is blijven proberen. Een geloof in wonderen of in onoplosbare mysteries mag nooit een reden zijn de zoektocht te beeindigen. De wetenschap is nooit af. De vraag waarom de werkelijkheid in elkaar steekt zoals die doet, en niet anders, zal wel nooit worden beantwoord. Maar dat is in feite ook niet relevant. De wetenschap is een menselijke uitvinding die zich enkel op mensen richt. Onze natuurwetten zijn niet voor de natuur bedacht, maar voor ons. De natuur gaat zijn eigen gang. Aliens, die zijn geevolueerd in een heel andere natuurlijke omgeving, beschikken waarschijnlijk over een heel andere wetenschap dan de onze.
Dank zij de wetenschap is het menselijk vernuft er in geslaagd om het aanzien van de aarde te veranderen. Al kun je je afvragen of dat niet beter had gekund.