De biologische evolutie wordt door verschillende partijen omarmd als een voorbeeld voor wat ‘natuurlijk’ is. Maar die partijen staan op vele punten recht tegenover elkaar. Degenen die maatschappelijk succes hebben, willen nogal eens ‘het recht van de sterksten’ claimen. Ze beschouwen zichzelf als geboren leiders. Degenen, darentegen, die het vaak niet meezit in het leven, zien onderlinge solidariteit als natuurlijk gedrag. Mensen vormen van nature groepjes die met elkaar optrekken. We noemen dat stammen, partijen, verenigingen. Anderen zien de neiging van individuen om de baas te spelen over hun medemensen als het ultieme voorbeeld van natuurlijk gedrag. Beide zijn terug te vinden in allerlei natuurlijke samenlevingen, zoals het San volk in de Kalahari-woestijn in zuidelijk Afrika of de Sami in de toendra’s van het hoge noorden.
Groepsvorming en strijd om de macht zijn natuurlijk menselijk gedrag. Je ziet dat ook bij bijvoorbeeld chimpansees, waarmee we evolutionair verwant zijn. Maar de hedendaagse mens vertoont ook onnatuurlijk gedrag zoals vegetarisme en sterker nog, veganisme. Want van nature zijn we alleseters. Bij onze verre voorouders stond vlees op het menu, al zal dat niet elke dag het geval zijn geweest. We waren jagers/verzamelaars. Zonder vlees kan een mens in een natuurlijke omgeving niet leven. Het is een bron van de onmisbare vitamine B12. Veganisten moeten B12-pillen slikken om in leven te blijven.
Door onze omgang met dieren verstoren we op allerlei manieren allerlei natuurlijke kringlopen. Zo onstaan er bijvoorbeeld mestoverschotten in de veeteelt. En dieren in natuurgebieden worden bijgevoederd in de winter, hoewel een uitdunning van de populatie dan heel natuurlijk is. Ons gedrag ten opzichte van dieren is heel onnatuurlijk. De zelfde mensen die ‘swinters eten voor de vogels of hooi voor de heckrunderen buiten zetten, willen vaak wel dagelijks vlees op hun bord. Mededogen met mededieren is heel onnatuurlijk, wat iedereen kan bevestigen die wel eens op het internet een film heeft gezien van een groep hyena’s die een zebra afslachten.
We zijn geen jagers/verzamelaars meer, maar we hebben grotendeels nog steeds de zelfde genen als die verre voorouders. Dat maakt dat veel mensen teveel vlees, suiker en zout gebruiken. Zulke zaken hadden onze voorouders niet dagelijks op het menu. Sterker nog, die voorouders waren het gewend om van tijd tot tijd honger te lijden, als ze eens niet voldoende voedsel konden jagen of verzamelen. Wij produceren dergelijke zaken in grote hoeveelheden, maar we moeten er wel zuinig mee omgaan. Rond de vijftig procent van de mensen in het rijke westen hebben overgewicht. En dat schaadt hun gezondheid. Bovendien is de manier waarop wij al die voedingsmiddelen produceren schadelijk voor de natuur. En als dat zo doorgaat ook schadelijk voor ons.