Hoe verzin je het?

Een cursus exploratief en probleemoplossend denken voor (toekomstige) ontwerpers en onderzoekers.

Avond 1

Probleemoplossend en exploratief denken.

Oefening probleemoplossend (analytisch) denken: Cijfers kunnen worden weergegeven door middel van een 7-segment code, bekend van digitale uurwerken. De opdracht is nu om na te gaan of er een of meer volgorde(n) van de cijfers 0 t/m 9 zijn, zodanig dat er bij de overgang van een cijfer naar het daarop volgende alleen maar segmenten bijkomen of afgaan, maar niet beide.

Oefening exploratief denken: Stel je zou één keer een blik in de toekomst kunnen werpen. Welk toekomstig tijdstip zou je willen bezoeken, wat wil je daar gaan bekijken en wat zou je met die ervaring in je eigen tijd gaan doen?

Avond 2

Wat, waarom, waartoe

De deelnemers krijgen telkens een vraag voorgeschoteld waarbij ze een aantal antwoorden moeten bedenken en op papier zetten. Na enige tijd krijgen ze een nieuwe vraag voorgeschoteld die betrekking heeft op het onderwerp van de vorige vraag. Dat herhaalt zich een paar maal. Dat er vervolgvragen worden gesteld wordt van tevoren niet aangekondigd. Doel is te laten zien dat er achter elk antwoord weer nieuwe vragen zitten.

1. Wat moet er volgens jou gebeuren met betrekking tot het milieu?
Probeer zoveel mogelijk antwoorden op papier te zetten.
2. Waarom moeten de dingen die je hebt opgeschreven gebeuren?
Probeer voor elk van de punten van het eerste lijstje aan te geven wat de reden ervoor is.
3. Waartoe moeten ze gebeuren?
Probeer te bedenken wat de achterliggende gedachten zijn achter de lijstjes die je hebt opgesteld.

Baksteenmarketing

Probeer de omzet van een steenbakkerij op te vijzelen. Bedenk daarvoor nieuwe toepassingen van baksteen. Doe dat in een aantal fasen:

Brainstormen.
Laat iedereen in zo hoog mogelijk tempo ideeën aandragen die alleen worden opgeschreven, niet geanalyseerd of becritiseerd.
Probleemanalyse.
Probeer nu eerst zoveel mogelijk relevante vragen te bedenken (wat is baksteen? wat zijn de fysische eigenschappen? etc.) en kijk dan of de antwoorden daarop nog iets nieuws opleveren.

Avond 3

Socratische dialoog

A. Lees een passage uit een dialoog van Plato (deel van de “Meno”).

B. Kies een onderwerp (“zal de welvaart alleen nog maar toenemen?”, “hoe lossen we het vervoersprobleem op?”, “wat moeten we met het vluchtelingenprobleem?”, etc.) en probeer daarbij vragen te bedenken. Bedenk voor iedere vraag en het eventueel daarbij behorende antwoord een nieuwe vraag. Stop af en toe om je af te vragen waar de vragen toe leiden en of je niet een andere weg in moet slaan (meta-vragen).

De belangrijkste vraag hierbij is telkens: “Wat is de vraag?” en niet: “Wat is het antwoord?”.

Avond 4 t/m 9.

Creativiteit en gedachtenexperimenten.