Creativiteit

Deze oefeningen zijn bedoeld om je creativiteit te testen en te ontwikkelen.

De verschillende workshops beslissingsvaardigheid bieden nog meer oefeningen.


Inleiding

  • ‘Geef het juiste antwoord’
  • ‘Dat is niet logisch’
  • ‘Houdt je aan de regels’
  • ‘Wees praktisch’
  • ‘Vermijd dubbelzinnigheid’
  • ‘Fouten maken mag niet’
  • ‘Spelletjes zijn kinderachtig’
  • ‘Dat is mijn terrein niet’
  • ‘Doe niet zo gek’
  • ‘Ik ben niet creatief’

Creativiteit kan geleerd worden. De meeste mensen kunnen hun creativiteit verbeteren door een paar simpele maatregelen. Het proces van creativiteit wordt vaak gehinderd door verkeerde conventies en gewoonten, door impliciete vooronderstellingen en vooroordelen. Uitspraken als de hierboven aangehaalde kunnen het creatieve proces aardig verstoren. Op het eerste gezicht lijken het aanwijzingen voor een serieuze probleem-aanpak, een waarborg tegen ‘het in de fout gaan’. Maar vooral in de eerste fase, bij het genereren van nieuwe ideeën kunnen ze een rem vormen op de creativiteit. Kritiek is OK, maar niet meteen in het begin. Zorg eerst voor de nodige ideeën dan kun je ze later kritisch gaan bekijken. Laat in eerste instantie je gedachten de vrije loop – geen idee is te gek, geen voorstel is onhoudbaar, er zijn altijd wel bruikbare aspecten aan. ‘Goed’ en ‘fout’ zijn hier geen bruikbare categorieën en oordelen als ‘ongebruikelijk’ en ‘buitenissig’ zijn niet van toepassing.

Enige tips:

Perspectief wijzigen:
Probeer nieuwe perspectieven te vinden, nieuwe manieren om tegen een idee aan te kijken. Plaats het in een ongebruikelijke omgeving, bedenk nieuwe toepassingsmogelijkheden, probeer het met andere ogen, vanuit een andere deskundigheid of met andere doelstellingen te zien.
Combineren:
Probeer gedachten en ideeën op nieuwe manieren te combineren, probeer verbanden aan te brengen tussen zaken die tot dan toe niet met elkaar in verband werden gebracht.
Visual brainstorming:
Probeer dat wat je bedenkt ruimtelijk voor te stellen, of met pen en papier te tekenen, ook als het abstracte zaken betreft. Dit ‘schetsen’ maakt dingen inzichtelijk en kan je verder inspireren.
Vasthouden:
Verwerp een onbevredigend idee niet meteen vanwege een aantal gebreken die je ziet. Speel ermee: Zoek naar de sterke kanten en naar nieuwe aspecten zonder je aan de zwakke kanten te storen.
Meedenken:
Probeer positief mee te denken met het gezamenlijke creatieve denkproces, door te zoeken naar mogelijke aanvullingen of nieuwe invalshoeken voor de ideeën die ter tafel komen.

Creativiteitsoefeningen:


Licht in de duisternis.

Achtergrond:

Je bevindt je in een berghut, ver van de bewoonde wereld. De avond valt, het begint donker te worden. Maar je wilt nog wat lezen in het boek dat je hebt meegebracht. Gelukkig bevat de hut naast jouw boek nog de volgende voorwerpen:

  • Ca. 2 m. paktouw
  • Enige waslucifers, van de soort die je overal aan af kunt strijken
  • Een kromme spijker
  • Een doosje punaises
  • Een aantal stenen (daarvan zijn er overigens buiten nog genoeg)
  • Een slaapzak
  • Een stompje kaars
  • Een dikke viltstift

Opdracht:

Bedenk zoveel mogelijk manieren om, ondanks de duisternis, nog redelijk comfortabel je boek te kunnen lezen. Kijk of je in eerste instantie door vrij associeren tot een oplossing kunt komen. Probeer dan een lijst te maken van manieren waarop je licht kunt maken en kijk of je op basis daarvan nog tot nieuwe oplossingen kunt komen.

(Naar: Glass, Holyoak, Santa, “Cognition”)


Baksteenfabriek

Achtergrond:

Je bent adviseur van een fabriek van baksteen die gewone rode baksteen maakt en die in financiële moeilijkheden verkeert. De directeur van de fabriek zoekt naar nieuwe toepassingen van baksteen en heeft jou gevraagd er een paar te noemen.

Opdracht:

Bedenk een aantal nieuwe toepassingen en/of gebruikswijzen voor baksteen. Begin met ad hoc een of meer toepassingen te bedenken. Probeer daarna een lijst te maken met eigenschappen van baksteen en kijk of je daarmee verder komt.

(Bron: James L. Adams, “Conceptual Blockbusting”)


Geforceerde verbanden.

Gegeven:

De woordenparen

  • ijs / electrisch licht
  • paard / rups
  • boek / politieman
  • regen / woensdag
  • sterren / voetbal
  • sterren / besluit
  • schoen / voedsel

Opdracht:

Bedenk een product of een verhaal waarin beide woorden van een paar een rol spelen.

(Bron: E. de Bono, “Lateral thinking”)


De hoogste tijd

Je bevindt je in een grot waarin een schat verborgen is en je bent er op uit die schat te vinden. Je weet dat die grot om precies vijf uur helemaal vol stroomt met water, maar je hebt op weg erheen je horloge tegen de rotsen stuk geslagen. Je weet wel nog dat je om twaalf uur in de grot bent afgedaald, samen met een aantal spullen die je nodig denkt te hebben voor het onderzoek van de grot, zoals een helm met een lamp erop, de nodige meters touw, etc.

Bedenk een aantal manieren om zoveel mogelijk van de grot te doorzoeken, zonder dat je door het opkomende water gehinderd wordt.


Badmintonshuttle in plafond.

Je bent in een sporthal met je vriend aan het badmintonnen, als je shuttle plotseling blijft hangen in een rooster in het plafond. Er is verder nergens nog een shuttle te bekennen, maar er zijn in de hal wel de nodige spullen aanwezig die normaal in zo’n omgeving worden gebruikt. Een ladder is daar echter niet bij.

Bedenk een aantal manieren om te voorkomen dat je teleurgesteld de kleedkamer moet opzoeken.


Spiegelbeeld, vertel eens even …

Achtergrond:

Na veel mislukte pogingen is het eindelijk gelukt om contact te krijgen met een buitenaardse beschaving. En niet zo maar een beschaving, ze blijkt als twee druppels water op de aardse beschaving te lijken. Zelfs de talen die er gesproken worden zijn het zelfde. Al snel wordt er onderhandeld over bezoeken over en weer. Er is alleen een probleem: De geleerden hebben ontdekt dat er in het heelal spiegelbeeldsamenlevingen zijn, met mensen, dieren en planten die precies het spiegelbeeld zijn van de aardse. En ze waarschuwen dat als wezens van zulke spiegelbeeldwerelden bij elkaar komen, dat dan een van beide variëteiten ten onder gaat doordat het rechtsdraaiend DNA van de ene het linksdraaiend DNA van de ander aantast of vice versa.

Opdracht:

Vind een manier om zonder rechtstreeks (visueel) contact en zonder transport van stoffelijke voorwerpen, dus via radio of iets dergelijks, uit te vinden of de gevonden beschaving bestaat in een wereld die spiegelbeeldig is aan de onze.

(Naar: R.Rucker, “The Fourth Dimension”)


Literatuur.

  • Arthur Koestler, “The Act of Creation”, 2nd Danube edition, Hutchinson, 1976.
  • Edward de Bono, “Lateral Thinking: a Textbook of Creativity”, Ward Lock Educational, Londen, 1970.
  • James L. Adams, “Conceptual Blockbusting: a Guide to better Ideas”, Penguin, 1987.
  • Douglas R. Hofstadter and the Fluid Analogies Research Group, “Fluid Concepts & Creative Analogies: Computer Models of the Fundamental Mechanisms of Thought”