Er zijn mensen die pleiten voor het afschaffen van smartphones en andere systemen die gebruik maken van artificiële intelligentie (AI). Nog afgezien van de vraag of het afschaffen van alle apparaten met ‘smart’ in de naam in dit tijdsgewricht een haalbare kaart is, vraag ik me af waar ze zich nou druk om maken. Is er echt een gevaar dat apparaten de mens gaan verdringen van zijn centrale plaats in de beschaving? In de loop van de geschiedenis heeft de techniek voor nogal wat maatschappelijke omwentelingen gezorgd, en ze zal dat in de toekomst ook wel weer doen. De vraag is niet hoe we dat proces moeten stoppen, maar hoe we moeten omgaan met die ontwikkelingen. Ongetwijfeld zijn er ook na de uitvinding van de boekdrukkunst onheilsprofeten geweest die die ontwikkeling graag hadden willen stuiten, maar inmiddels hebben we wat dat betreft een modus vivendi gevonden. En dat zal in het geval van de smartphone en de AI ook gaan gebeuren. Of mensen van vandaag dan met die situatie gelukkig zouden zijn, is een andere zaak.
Is er reden voor bezorgdheid? Ik denk het niet. Ik denk dat de anti-AI activisten er ten onrechte van uitgaan dat artificiële Intelligentie iets met intelligentie te maken heeft. Zeker, de computer is de mens voorbij gestreefd als kampioen schaken en go. Maar dat zijn door de mens ontworpen spelen die ver weg staan van van de chaotische wereld waarin mensen zich dag in, dag uit moeten zien te handhaven. Als je daar computers op los laat, vallen die al snel door de mand. Dat blijkt op de eerste plaats uit de ontwikkelingen op het gebied van autonome vervoermiddelen. Die ontwikkelingen zijn momenteel enigszins tot staan gekomen. De wereld waarin de chauffeurloze auto’s zich zouden moeten handhaven blijkt vooralsnog te ingewikkeld om ze overal onbewaakt de weg op te sturen. De vraag is niet of ze te veel fouten zullen maken. Mensen maken ook fouten. De vraag is of ze wel voldoende van hun fouten kunnen leren om verder te komen. Kunnen ze wel overweg met alle aspecten van een door mensen geschapen wereld? Mocht dat ooit het geval zijn, dan beschikken ze inderdaad over echte intelligentie. Maar hoe komt het dat AI’s wel de mens overtreffen op het gebied van spelen als schaken en go, maar geen rol spelen in real-life activiteiten als amusement en politiek?
Als de AI volledig superieur is op het gebied van het schaakspel en go, maar volstrekt geen rol speelt als entertainer of politicus, en niet voldoende om als chauffeur waar ook ter wereld de weg op te sturen, dan kun je alleen maar constateren dat die artificiële intelligentie blijkbaar iets anders is dan de natuurlijke intelligentie (NI) van de mens. AI’s zijn voor hun functioneren afhankelijk van mensen om hen opdrachten te geven en hun leerproces te begeleiden. Mensen kunnen daarentegen zichzelf aan de haren uit de modder trekken, zoals de geschiedenis bewijst. Het feit dat we nu zo succesvol zijn, dat we daarmee uiteindelijk ons eigen voortbestaan bedreigen is geen gevolg van sturing van buitenaf, maar van talrijke eigen initiatieven. Mensen hebben bedacht waar ze behoeften aan hebben en vervolgens manieren verzonnnen om aan die behoeften te voldoen. Mensen hebben taal bedacht, logica, wiskunde, techniek, kunst en sport. Mensen zijn autonoom, AI’s niet. Dank zij menselijke initiatieven zijn er kerken, scholen, bibliotheken, vergaderzalen en productiefaciliteiten. Vooralsnog zien we nergens zulke initiatieven bij AI’s, ook al zijn er onderzoekers die claimen dat hun robots een taal bedenken.
Er zijn mensen die beweren dat AI’s over echte intelligentie beschikken. Dat zou blijken uit het feit dat ze succesvol de Turing-test kunnen afleggen, waarin computergedrag wordt vergeleken met menselijk gedrag. Tot de mensen die dat beweren zou ik zeggen: laat die AI’s dan maar eens los in de wereld waarin wij dag in, dag uit moeten functioneren. Er is geen enkele robot die dat meer dan een dag zou volhouden. En dat is niet alleen omdat ze dom zijn, maar vooral omdat het hen ontbreekt aan motivatie. Mensen zijn een produkt van de evolutie, en dat betekent dat ze zijn gericht op overleven als persoon en als genoom. Mensen hebben belangen, en ze zijn er op gericht die te verdedigen. Robots zijn ontworpen voor een bepaald doel, een doel dat niets te maken met hun persoonlijke overleven.
Maar zelfs als we robots zouden willen ontwikkelen die gebaseerd zijn op een natuurlijke intelligentie, hoe zouden wij dat dan aanpakken? Onze intelligentie heeft ons tot op heden niet kunnen vertellen hoe ze functioneert. Vergeleken met computers hebben menselijke baby’s duizenden malen minder voorbeelden nodig om iets te leren. Hoe zouden wij dan machines kunnen bouwen die echt intelligent gedrag vertonen? We zijn tot op het celniveau redelijk op de hoogte van de anatomie van onze hersenen. Maar hoe die kluit van honderd miljard hersencellen erin slaagt eigen werelden te scheppen, dat is voorlopig nog een raadsel.
A propos amusement: Robots zullen in de toekomst zonder twijfel meer banen gaan overnemen. Maar in de steeds groeiende amusementssector hoeven ze zich daar geen zorgen over te maken. Er zijn vooralsnog geen robots met gevoel voor humor.