Onze verre voorouders, de jagers / verzamelaars, kenden waarschijnlijk geen regels. Ze kenden de omgeving en ze kenden elkaar, en dat was genoeg om zich in hun leefwereld en in hun stam te handhaven. Maar in een stad is het lastig om iedere bewoner te kennen, zeker als die bewoners ook nog afkomstig zijn uit verschillende culturen en verschillende religies. Om conflicten te vermijden was het wel nodig om regels te stellen waar iedereen in de stad zich aan te houden had.
Die regels konden gedecreteerd worden door degene die aan de leiding stond, of ze konden worden afgesproken door een raad van representatieve vertegenwoordigers. In het Athene van Socrates’ tijd waren dat de mannen die in het bezit waren van een eigen woning. Het was voor de bewoners die niet bij de besluitvorming betrokken waren niet altijd duidelijk wat nu de zin van de regels was. Maar iedere inwoner van de stad werd verondersteld zich aan de regels te houden en als men dat niet deed, liep men het risico uit de stad te worden verbannen of een andere straf te moeten ondergaan.
In feite is dat nog steeds zo, zij het dat in democratische landen de regels komen van een parlement, een groep burgers verkozen in eerlijke verkiezingen. Het parlement formuleert wetten, meestal na uitgebreide discussies over de inhoud en wenselijkheid ervan. En van die wetten worden regels afgeleid. De politie is er dan om te controleren of men zich aan de regels houdt en de rechters zijn er om mensen te veroordelen die dat niet doen. Maar inmiddels is de maatschappij zo complex geworden dat het voor de burgers heel moeilijk is om op de hoogte te zijn van alle regels. Laat staan dat zij op de hoogte zijn van alle overwegingen die eraan ten grondslag liggen.
Als je verondersteld wordt je te onderwerpen aan regels waarvan je de noodzaak niet begrijpt, heb je de neiging om die regels te negeren. Maar door de opgelegde dwang zul je je er meestal wel aan onderwerpen. Als je denkt dat je op een gegeven moment onbereikbaar bent voor de dwangmaatregelen, kun je het idee opvatten om de regels aan je laars te lappen. En als je bepaalde regels beschouwt als onjuist of onrechtvaardig, heb je de neiging je ertegen te verzetten. Mensen overtreden regels als ze denken dat de pakkans klein is of als ze die regels niet accepteren. Wetten kunnen je dwingen om afstand te doen van je eigen principes. En dat leidt soms tot protesten. Bijvoorbeeld door boeren of antivaxers die bepaalde wetten beschouwen als een aantasting van hun persoonlijke vrijheid. De mensen die tegen allerlei regels protesteren vragen zich vaak niet af waarom die regels er zijn. Maar regels dienen een doel en berusten op een bepaalde visie op datgene waarop ze betrekking hebben.
Steeds meer regels. Als je je in het verkeer begeeft, als je sport bedrijft, ja zelfs op een feestje gelden er bepaalde regels. En niet zelden ben je je van regels niet bewust. Het zijn er teveel en er komen steeds maar nieuwe bij. Om het falen van bepaalde regels te herstellen worden er vaak nieuwe regels aan toegevoegd. Je wordt verondersteld ze allemaal te kennen, maar dat is welhaast onmogelijk. Daarom hebben mensen vaak een houding van ‘regels zijn regels en je hebt je er maar aan te houden’. Of juist niet aan te houden. Hoe dan ook, je moet er iets mee. Het zijn voorschriften, geen verzoeken, dus je kunt ze niet zomaar naast je neerleggen. Ze zijn bedacht om een reden en zijn gericht op een doel.
Neem snelheidsborden. Die zijn bedoeld om verkeersdeelnemers hun snelheid te doen matigen. Velen proberen zich er ook aan te houden. Maar is zo’n regel er nou om de geluidsoverlast voor de omwonenden binnen redelijke grenzen te houden? Is die er omdat er daar kinderen spelen die zonder te kijken de straat op zouden kunnen rennen? Of is het om te voorkomen dat je verderop de bocht uitvliegt? De meeste verkeersdeelnemers zullen zich niet afvragen waarom er op een bepaalde plek een bord ‘30 km’ staat.
Regels zijn bedacht door regelgevers, ten behoeve van regelnemers. Idealiter zouden de regelgevers zich in de schoenen van de regelnemers moeten verplaatsen voordat ze een regel uitvaardigen. En de regelnemers zouden zich moeten verplaatsen in de regelgevers. Voor beiden geldt: er zijn altijd alternatieven. Het doel van dat bord kan wellicht ook worden bereikt door een verkeersdrempel of een wegversmalling. Anderzijds geeft een snelheidsbord slechts een maximum aan. Het hoeft niet per se zo snel, zeker niet in een onoverzichtelijke situatie.
Er gaat regelmatig wat fout bij het uitvaardigen en handhaven van regels. Het toeslagenschandaal is een schandaal omdat de regelgever, de overheid, totaal geen rekening hield met de omstandigheden waaronder de ouders verkeerden die gegevens over de opvang van hun kinderen moesten verstrekken. De theorie waarvan zij bij het opstellen van hun voorschriften uitgingen, was veel te simpel.
In het geval van de stikstofnorm waren het regelnemers, te weten de protesterende boeren, die geen begrip toonden voor de hun opgelegde regels. Iets dergelijks geldt ook voor de mensen die protesteerden tegen de voorgeschreven maatregelen in verband met de corona-pandemie. En dan is er nog de overheid als regelgever die veel te laks is om tijdig effectieve klimaatmaatregelen als een CO2-taks en een kilometerheffing uit te vaardigen. De regelnemers zitten al tijden te wachten op duidelijke regels op dit gebied. In al deze gevallen gaapt er een kloof tussen de regelgever en de regelnemer. Die kloof, en niet de regels zelf, is vaak de reden dat regels niet werken. Het is aan zowel de regelgevers als de regelnemers om die kloof te overbruggen.