Dimensies

Einstein ging uit van een wereld met vier dimensies, de ruimtetijd. Daarin kunnen we een weg kiezen, maar er zijn beperkingen. Verplaatsen gaat maar met een maximum snelheid, de lichtsnelheid. Dat betekent dat we in een seconde hooguit 300.000 kilometer verder kunnen zijn. Wat er op dit moment daar gebeurt, kunnen we onmogelijk meemaken.

Een eendimensionaal wezen in een eendimensionale wereld kijkt uit naar twee nul-dimensionale punten, voor en achter. Een wezen in een tweedimensionale wereld heeft naar alle kanten uitzicht op een eendimensionale lijn, en niet meer. Zo’n wezen kent alleen maar voor en achter, links en rechts. Boven en onder zijn daar onbekend. Dat houdt bijvoorbeeld in dat er niet drie pijpleidingen kunnen worden aangelegd die elektriciteit, gas en water transporteren van centrales naar woningen, omdat tweedimensioneennale leidingen elkaar niet kunnen kruisen. Een driedimensionaal wezen kan een tweedimensionale wereld overzien, en kan  daarbij ook in afgesloten ruimtes kijken. Hij kan van een rechtse tweedimensionale handschoen een linkse maken door die simpelweg op te pakken, om te keren en weer terug te leggen. En een vierdimensionaal wezen? Wij kunnen ons geen vierdimensionale kubus voorstellen, maar voor de wiskunde is dat geen probleem. In een vierdimensionale wereld zijn er vanuit ieder punt vier lijnen te trekken die loodrecht op elkaar staan.

Als er vijfdimensionale wezens zouden zijn, dan zouden die in een blik onze vierdimensionale wereld kunnen overzien. Hoogte, breedte en diepte plus de hele geschiedenis in een beeld, waarheen je het oog maar richt. Net zoals een driedimensionaal wezen in een tweedimensionale afgesloten ruimte kan kijken, zo kan een vijfdimensionaal wezen in een afgesloten driedimensionale ruimte kijken. Hij kan bijvoorbeeld de inhoud van een ei verwijderen zonder de schaal te breken. Chirurgie zou dan een stuk gemakkelijker zijn.

Dimensies hoeven niet noodzakelijk geheeltallig te zijn. Er zijn ook afbeeldingen van fractale dimensies. Zo zou de kustlijn van Engeland iets tussen de een- en twee dimensionaal moeten zijn. Hoe lang die lijn is, wordt bepaald door de schaal waarop wordt gemeten. Staan en nog afzonderlijke zandkorrels op de kaart, dan is die lijn aanzienlijk langer dan wanneer er wordt gemeten in stappen van een kilometer.

Is de wereld nu vierdimensionaal of zijn wij dat? Waarom zou het bij vierdimensies ophouden? Je kunt kubussen verzinnen van willekeurig veel dimensies. Zijn er dan ook vijfdimensionale wezens? En als die er zijn waarom kunnen wij ze niet zien? Als ze zouden bestaan, dan zouden ze voor ons niet minder dan goden zijn. Zijn er dan ook werelden van nog hogere dimensies? Stringtheorieen die proberen de hele natuurkunde in een theorie te vangen gaan uit van tien, elf, ja zelfs van zesentwintig dimensies.