Veel neuro-wetenschappers beschouwen het idee van een bewustzijn als een illusie. Denken is voor hen een fysisch proces, met neuronen als de raderen die het mechanisme op gang brengen. Maar hoe zou bewustzijn een illusie kunnen zijn? Een illusie speelt zich af in het bewustzijn. Heb je dan niet een illusie van een illusie? Zijn we echt niet meer dan een kruispunt, een knooppunt van relaties waar van alles passeert maar niets ontstaat? Waar komt dat wat passeert dan wel vandaan? Ergens moeten intiatieven worden genomen en daden worden verricht. Zo’n knooppunt moet toch iets zijn, moet toch iets kunnen. Heeft zoiets dan geen eigenschappen?
Wij beschikken toch over een zekere kennis. We weten dingen die andere mensen niet weten. We kunnen dingen. Daarmee moeten we toch dat netwerk kunnen beinvloeden. Dat netwerk is een verhaal dat door mensen is bedacht. Er is niet iemand anders die ons dat heeft ingefluisterd. Als Nagarjuna dat niet zelf heeft bedacht, heeft hij dat van iemand anders overgenomen. Van de Boeddha waarschijnlijk. Maar ook de Boeddha was een mens. Logica, wetenschap en kunst zijn menselijke voortbrengselen. Ze zijn ooit ergens in een bewustzijn ontstaan.