Ik-zijn

Wij zijn ons brein. Ons brein bepaalt wat we denken en doen. Hoe kunnen we het beste de werking van dat brein onderzoeken? Het mechanisme van een klok is te begrijpen door die open te schroeven, om zo van buitenaf te kijken wat daar binnenin gebeurt. Maar onze hersenen zijn vele malen complexer dan een klok. Bewustzijn is de hoogstpersoonlijke beleving van wat de werkelijkheid met ons doet. Vooralsnog is het menselijke bewustzijn het beste te begrijpen van binnen uit, door aandacht te besteden aan wat wij daar zelf bewust bij ondergaan. Dat is de manier waarop het al millennia gebeurt. Dat is wat ons heeft gemaakt tot wat wij zijn, denkende dieren die zich ontwikkelen door betekenis te geven aan wat zij meemaken. Maar als je iemands schedel zou openen, zou je daaronder nergens betekenissen aantreffen. De gedachte dat wij ons bewustzijn kunnen begrijpen door het van buitenaf te bestuderen is absurd.

De wetenschap probeert de wereld te begrijpen op een objectieve manier. Wetenschappers zijn buitenstaanders bij alles wat ze doen. Maar objectiviteit is een menselijke uitvinding. De wetenschap is een product van het menselijk bewustzijn. Ze is voortgekomen uit onze subjectieve gedachten en gevoelens. In dit verband is subjectiviteit de oorsprong, dus primair. Objectiviteit is daaruit voortgekomen, en dus secundair. Het absurde is dat de wetenschap nu probeert het subjectieve te begrijpen vanuit het objectieve, dat op zijn beurt weer een product is van het subjectieve. Terwijl het subjectieve rechtstreeks toegankelijk is, en het objectieve een afgeleide reconstructie. Hoe zou je vanuit een objectief standpunt psychosomatische kwalen moeten verklaren, kwalen die toch bij uitstek voortkomen uit onze subjectieve gevoelens? En hoe kan wat we subjectief ondergaan dan een illusie zijn, zoals sommige wetenschappers beweren? Bewustzijn kan nooit een illusie zijn, want om een illusie te kunnen ondergaan heb je juist dat bewustzijn nodig. Wij zijn ons brein, maar dat betekent niet dat we ons bewustzijn zullen begrijpen als we de werking van ieder onderdeeltje van ons brein hebben doorgrond.

En ook de vrije wil is geen illusie. Want hoe komen kunstwerken, wetenschappelijke ontdekkingen en sportprestaties tot stand? Om iets te presteren moet je het toch op de eerste plaats willen. En kunstwerken, wetenschappelijke ontdekkingen en sportprestaties gedijen het beste zonder dwang van buitenaf. Vrij dus, niet door iets anders bepaald dan door ons eigen bewustzijn. Als er al sprake is van dwang, dan is dat iets wat we onszelf opleggen.

Het probleem met die discussie over wel of niet bewustzijn en vrije wil komt voort uit het streven om die begrippen in een bepaald wetenschappelijk kader in te passen. Maar de vraag is of die begrippen wel toegankelijk zijn voor een mechanistische visie. Het brein werkt niet met krachten en materialen die bepaalde regels volgen. Het is de vraag of het deterministisch te beschrijven is. Misschien werkt daarvoor wel de benadering van de kwantummechanica. Fysicus en wiskundige Roger Penrose heeft samen met anesthesist Stuart Hameroff daar ooit een poging toe gedaan. Het wachten is nu op experimentele bevestiging.