Het middelpunt

Ik ben het middelpunt van het heelal. Het heelal plooit zich om mij heen. De horizon omringt mij, begrenst mijn werkelijkheid. Verder kijken kan ik niet. Ik kan me wel inbeelden hoe het zou zijn, aan de andere kant van die grens. Door inbeelding, kennis en geheugen bouw ik mijn wereld op. Maar die wereld is beperkt. Ik ben in mezelf opgesloten. Mijn grenzen kan ik niet overschrijden. Ik kan ze wel verleggen. Met behulp van mijn herinneringen, met behulp van wat ik waarneem. Met behulp van mijn redeneervermogen. En door wat anderen mij vertellen. Maar alles wat ik weet, alles wat ik vermoed, alles wat ik mij inbeeld zit in mij opgesloten, in dat ding dat ik ‘ik’ noem. Ik zit er in en ik kan er niet uit. Ik moet het doen met wat ik heb.

Veel van wat ik weet heb ik aan anderen te danken. Ook wat ik als objectief waar beschouw. De betekenis van woorden als ‘objectief’ en ‘waar’ heb ik van anderen geleerd. Dat geldt voor bijna alle woorden die ik gebruik. Ik heb ze in mijn denkwereld ingepast en gebruik ze om anderen iets te vertellen en om mezelf ergens van te overtuigen. De woorden vormen mijn wereld. In een andere taal zou ik anders hebben gedacht, met andere uitgangspunten en andere redeneringen. Ik zou in een andere wereld hebben geleefd en voor andere mensen iemand anders zijn geweest.

Maar als ik niet meer ben dan zomaar een knoop in een netwerk, hoe kan ik dan een middelpunt zijn? Dat komt door een verschil in perspectieven. Subjectief gezien, kijkend vanuit mezelf, ben ik een middelpunt, maar objectief gezien, kijkend vanuit het netwerk van de wereld, ben ik niet meer dan een punt, een knooppunt in een netwerk, te midden van andere knooppunten. Maar de wereld is een abstractie. Objectiviteit is een abstractie. Niemand ziet de wereld objectief, kijkend als niet betrokken en van buiten af. Objectiviteit is een constructie, een hersenspinsel, een bedacht standpunt. Niet iets om werkelijk na te streven. Alleen bedacht om bepaalde overtuigingen te rechtvaardigen. Maar let wel: zonder zulke abstracties hadden we nooit die invloed gehad op het wereldgebeuren. Zonder menselijke hersenspinsels was de geschiedenis heel anders verlopen.

Ben ik nou wat ik ben door mijn relaties binnen dat netwerk, is die knoop alles wat ik ben? Valt er wel wat te kiezen? Het probleem is dat je jezelf wilt dwingen een standpunt in te nemen. We hebben moeite met aspecten. Is een elektron een deeltje of een golf? Is de wereld deterministisch of probabilistisch? Is mijn bewustzijn materieel of geestelijk, objectief of subjectief? Laten we niet vergeten dat je op verschillende manieren tegen de dingen aan kunt kijken. Dat is niet alleen nu het geval, maar in feite is de hele geschiedenis een aaneenrijging van zienswijzen. En die hebben stuk voor stuk een bijdrage geleverd aan wat we nu zijn en hoe we nu denken. En zo gaat het door. Nooit zullen we weten wat de wereld is. We weten alleen wat wij ervan denken.