Iets

Stel je voor: er is ruimte, er is tijd, en er is iets. Een enkel iets. Heeft dat iets dan iets te betekenen? Voor wie? Voor wat? Voor zichzelf? Als het iets iets is met een bewustzijn, dan is dat bewustzijn toch leeg. Het heeft niets om zich op te richten, het heeft niets om te doen, het heeft niets om op terug te grijpen. Beschikt het over een taal? Volgens Wittgenstein heeft dat geen zin. Waarom zou het aan het enkelvoudige en pure zijn nog een betekenis moeten toevoegen? Wat voor zin heeft het aan zichzelf een betekenis toe te kennen, voor zichzelf? Hoe moet je jezelf iets laten betekenen zonder anderen als vergelijkingsobjecten en aanspreekpunten? Dat eenzame iets is niets zonder een ander, of dat nou een bewust organisme is of een onbewust object.

Tenzij we het universum opvatten als een enkel iets. Een enkelvoudig object zonder relaties met vergelijkbare objecten, er buiten of er binnen. Enkel een omhulling. Een omhulling waarbinnen van alles plaats vindt en zich van alles voltrekt. Het universum zelf hoeft niets te zijn of te doen. Alles wat is, alles wat gebeurt voltrekt zich er binnen in. Een kluwen van onderlinge verbanden zonder contact met een betekenisvolle omhulling. Verbanden die hun betekenis ontlenen aan dat wat ze verbinden.

Maar hoe kan er iets ontstaan als er geen logica is, als er geen regels gelden, als er geen model beschikbaar is? Om iets te zijn, moet het iets aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het moet zich tot andere ietsen verhouden. Zonder dat kan er alleen maar totale chaos zijn. Er is geen vat op te krijgen, en wat dat betreft staat een chaos gelijk met niets. Een iets te midden van niets of te midden van een chaos is betekenisloos. Iets verschilt van Niets door zijn eigenschappen. Het heeft misschien handelingsmogelijkheden, maar niets om die op toe te passen. Als het al zintuigen heeft, is er toch niets om waar te nemen. Mogelijk alleen de eigen roerselen, maar hoe zouden die veranderen? Je bent iets, maar er is niets waarvoor je dat bent. Er zijn geen behoeftes, want er is niets om behoefte aan te hebben. Er zijn geen verlangens, want wat valt er te verlangen? Er is noch actief, noch passief iets om te ondergaan. Maar waar iets is, kan er nog iets komen.